Het voorliggende ontwerp voor het 7e actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn heeft ernstige gevolgen voor boeren en tuinders. Dat blijkt uit een analyse van WUR én een keur aan analyses, rapporten en voorbeelden vanuit de land- en tuinbouwsector.

Afgelopen vrijdag werd de economische impactanalyse van WUR gepubliceerd. Gezien het tijdspad (half december moet er een definitief actieplan in Brussel liggen) bijzonder dat dit nu pas gepubliceerd wordt. En ook slechts drie dagen voordat de periode voor de internetconsultatie afliep. De impactanalyse bevat alleen een kwalitatieve analyse. Om bijvoorbeeld de bedrijfseconomische effecten voor een aantal bedrijfstypes echt in beeld te brengen ontbrak de tijd volgens de onderzoekers van Wageningen Economic Research (WEcR), Wij betreuren dit ten zeerste; het immers om hoe de bedrijven geraakt worden.

Belangrijkste conclusies uit deze studie zijn dat de voorgestelde bouwplanvoorschriften grote economisch negatieve gevolgen heeft voor met name de akkerbouw-, vollegrondsgroente- en bloembollensector. En dan vooral voor bijvoorbeeld de bedrijven met een wat intensiever bouwplan zoals in de Noordoostpolder en de zetmeelaardappelbedrijven in de Veenkoloniën. Uit een berekening van de Rabobank blijkt dat bij bedrijven met intensieve bouwplannen de teeltsaldo’s gemiddeld zullen dalen met € 1.100 per ha. Op basis van een analyse door Cosun en AVEBE wordt het verlies aan teeltsaldo door de verplichting om op 1 oktober een vanggewas te hebben gezaaid, geschat tussen de € 855 en € 1.646 per ha afhankelijk van het gewas. En dan hebben we het nog niet over het effect van de bufferstroken, wat voor bijvoorbeeld melkveebedrijven in het veenweidengebied betekent dat zij een groot aandeel van hun areaal verliezen. Echter, nu lijken de gevolgen voor de melkveehouderij te worden platgeslagen en stellen de onderzoekers dat de financiële impact wel meevalt.

De overheid doet een beroep op ketenpartijen; er worden extra inspanningen van industrie, loonwerkers en veredelaars gevraagd. De impact op deze ketens wordt onvoldoende onderbouwd. Op zaken als waarde verlies van grond, stapeling van maatregelen als gevolg van het nieuwe GLB of effecten van verschuiving van teelten wordt in de impactanalyse niet ingegaan. Kortom: voor een groot deel van de bedrijven is een rendabele bedrijfsvoering niet meer mogelijk. Deze conclusie wordt door de WEcR gedeeld en bevestigt onze zorgen.

Een onverteerbare uitkomst voor ons. In eerdere berichten spraken wij over “onhaalbaar, ontwrichtend en onbetaalbaar”. De impactanalyse onderstreept dit nog eens.

Een brede groep belangenbehartigers, branche- en sectororganisaties werkt al enige tijd samen aan alternatieven voor het voorgestelde actieplan. Een plan waarmee we realistische doelen wel denken te halen en waarbij de ondernemer aangesproken wordt op zijn/haar vakmanschap. Problemen aanpakken daar waar ze spelen, niet de maatregel maar het doel staat centraal en als ondernemer word je beloond voor het verbeteren van de waterkwaliteit. De stok achter de deur is generiek beleid. We roepen LNV dan ook op om constructief met ons dit alternatieve plan verder te ontwikkelen.

LTO Nederland, NAJK, NAV, POV, Cumela, BO Akkerbouw, NZO, Rabobank