De NAV heeft als missie een economisch en maatschappelijk duurzame akkerbouw met kostendekkende prijzen voor de boer en gezond en eerlijk voedsel voor de samenleving. Daarvoor is een heel ander landbouwbeleid nodig en daar is de NAV, samen met vele anderen, ook dagelijks mee bezig en bereiken we zo langzamerhand ook wel successen. Zo wordt het bewustzijn dat we van de huidige handelsverdragen af moeten steeds groter. Maar een volledig ander landbouwbeleid is er vandaag of morgen nog niet, dit is een proces van lange adem.

Korte ketens

Voor een individuele akkerbouwer, die dagelijks geconfronteerd wordt met een te laag rendement van zijn bedrijf, kan dat andere landbouwbeleid te lang duren. Eén van de mogelijkheden is dan directe verkoop aan de consument. De ruimte in de markt is beperkt en niet iedereen is hier persoonlijk geschikt voor, maar je kan op deze manier wel van prijsnemer prijszetter worden.

De directe verkoop van producten van in eerste instantie het eigen bedrijf leidt niet bij voorbaat tot grote investeringen, maar heeft wel grote gevolgen voor de arbeidsinzet. De meeste boeren die hier succesvol in zijn, hebben dit met bloed, zweet en tranen bereikt. De andere kant is dat veel directer contact met je afnemers ook erg veel voldoening kan opleveren.

Excursie

Enkele jaren geleden heeft de NAV in het kader van korte ketens een excursie georganiseerd met 20 ‘burgers’ en 20 boeren in Rotterdam en omgeving. In Rotterdam is eerst een bezoek gebracht aan de Markthal en voedselcoöperatie Rechtstreex en daarna zijn een gangbare en een biologische boerderijwinkel in de Hoeksche Waard bezocht. Beiden verkochten voornamelijk groente en fruit.

De winkel met gangbare producten was al meer dan 20 jaar geleden begonnen met de verkoop van aardappelen aan huis. De eigenaar vertelde, dat nog nooit een klant had geklaagd dat de aardappelen te duur waren. Zij hoorden wel vaak: ‘Vorige keer had ik van die lekkere aardappelen, heb je daar nog meer van?’ Wanneer hij aardappelen aan de handel verkocht, werd er direct over de prijs gezeurd.

Het biologische bedrijf verzorgde zo’n 400 groentepakketten per week en de teler zei: ‘Hier is niet alleen de klant koning maar ook het land. Het land bepaalt op welk moment welk gewas geoogst moet worden en welke groenten er in de doos komen. Daar heeft de klant geen invloed op en dat vinden ze prima.’

In de afsluitende discussie van de excursie kwam naar voren dat vertrouwen in het lokale product en de lokale telers een veel belangrijker argument is dan of het product gangbaar of biologisch geteeld is.

Hetzelfde bleek uit een onderzoek dat onlangs is gehouden naar korte ketens. Het vertrouwen is doorslaggevend en de mensen zijn dan best bereid daar een stuk voor te rijden. Een afstand van zo’n 10 kilometer bleek wel voor veel consumenten een soort psychologische grens te zijn.

Conclusie

Directe verkoop aan de consument kan in sommige situaties een goede oplossing zijn om het rendement van het bedrijf te verbeteren. De ervaring van boeren die hierop ingesprongen zijn is wel, dat het niet iets is wat je er zo maar even bij doet.