De Europese Unie is in hoog tempo bezig vrijhandelsverdragen af te sluiten met allerlei landen en groepen van landen. We geven u in dit artikel een overzicht van de stand van zaken én de inzet van de NAV op dit onderwerp.

Er is dit jaar een vrijhandelsverdrag afgesloten met Japan (JEFTA). CETA (het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada) is al bijna twee jaar ‘voorlopig van toepassing’ en moet nog door de parlementen van de lidstaten worden goedgekeurd. Die procedure loopt in ons land nog. De onderhandelingen tussen de EU en de VS (TTIP) leken met het presidentschap van Donald Trump van de baan te zijn. Intussen wordt daarover achter gesloten deuren toch weer onderhandeld. Vooruitlopend daarop hadden Trump en Juncker afgelopen najaar al afgesproken dat de EU meer met Roundup bespoten GMO-soja uit Amerika zal importeren. Dit om Trump gunstig te stemmen, zodat hij zijn plannen voor importheffingen op Europese auto’s en staal nog even in de ijskast houdt. Dat hiermee wel het Europese streven om meer zelfvoorzienend te worden voor soja onmiddellijk weer om zeep werd geholpen, was even niet meer van belang.

 Mercosur

Op dit moment is ook zeer actueel het verdrag tussen de EU en de Mercosur landen (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay). De Europese Commissie is akkoord met het onderhandelingsresultaat van Commissaris Mahlström. Nu wordt de verdragstekst juridisch getoetst (‘legal scrubbing’), daarna moet het vertaald worden naar alle talen die in het Europees Parlement worden gebruikt en daarna moeten de Europese Raad en het Europees Parlement zich erover uitspreken.

Met het Mercosur verdrag wordt de grootste vrijhandelszone ter wereld gevormd. De EU exporteert goederen en diensten naar Mercosur voor respectievelijk 45 miljard en 23 miljard euro en importeert goederen en diensten uit Mercosur voor een totaal van respectievelijk 43 miljard en 11 miljard euro. Het akkoord heeft betrekking op economieën die tezamen een kwart (!) van het wereldwijde BNP produceren. Dit akkoord gaat dus wel ergens over en er is nog geen doorrekening van de gevolgen van dit akkoord, dat grote invloed zal hebben op de levens van 770 miljoen mensen. Inmiddels begint steeds duidelijker te worden, dat de gevolgen voor de Europese boeren van het Mercosur verdrag nog vele malen groter zullen worden dan de gevolgen die voor TTIP en CETA worden voorzien.

De ‘TTIP en Landbouwcoalitie’ heeft drie jaar geleden al in een rapport aangetoond dat de Europese standaarden voor voedselveiligheid, milieu, dierenwelzijn en arbeidsvoorwaarden aanmerkelijk hoger zijn dan die van de VS en Canada. Dus t.o.v. de boeren in Canada komen de boeren in Nederland en de EU al in een moeilijker concurrentiepositie te zitten. In het Brazilië van Bolsonaro zijn deze standaarden nog weer een gigantisch stuk lager dan die in de VS en Canada. De gevolgen van het Mercosur verdrag zullen voor de Europese boeren nog veel harder aankomen. Daarom luiden steeds meer boeren en boerenorganisaties in Europa de alarmbel. De brancheorganisatie van de Europese suikerverwerkende industrie schat in dat er in de EU zeker zeven suikerfabrieken zullen moeten sluiten door de zware concurrentie uit de Mercosur landen. Ook onze collega’s in de rundvee-, varkens- en pluimveehouderij vrezen dat de EU-markt overspoeld zal worden door de goedkopere producten uit Zuid-Amerika.

Uiteraard heeft de NAV niets tegen handel, maar daarbij moeten de spelregels wel eerlijk zijn. En met volledig vrije handel is dat niet het geval. Wanneer we als landbouw een bijdrage willen leveren aan het beperken van de opwarming van de aarde, moeten we niet meer met landbouwproducten over de wereld slepen dan nodig is. Lokaal als het kan en globaal als het moet. Wanneer Nederland bijvoorbeeld goed is in het telen van pootaardappelen en de aardappel een hele goede bijdrage kan leveren aan de wereldvoedselvoorziening, is het niet onverantwoord om het pootgoed over de hele wereld te exporteren. Want dan kan de tafelaardappel daar geteeld worden waar hij ook nodig is.

In dit blad is al regelmatig aan de orde geweest dat de essentie van de huidige vrijhandelsverdragen is dat de importtarieven zoveel mogelijk op nul worden gezet en dat de verdragslanden elkaars standaarden wederzijds erkennen. Een verschil in concurrentiepositie kan worden rechtgetrokken door importheffingen op de goedkopere producten te leggen of aan producten uit landen met lagere standaarden dezelfde eisen te stellen als aan Europese producten. En met de huidige verdragen worden die beide mogelijkheden weggegegeven.

Bijzondere, maar effectieve samenwerking

De NAV werkt met een aantal landbouw- en maatschappelijke organisaties samen in de ‘TTIP, CETA en landbouwcoalitie’ en in een nog groter verband met tal van maatschappelijke organisaties in de Handel Anders! coalitie. Een aantal van die organisaties, zoals Milieudefensie en Greenpeace, zijn tot nog toe niet vaak de natuurlijke bondgenoten voor boeren geweest. De NAV werkt met hen samen om de samenleving te wijzen op de negatieve gevolgen van deze verdragen en aan te tonen dat er hele goede (beleids)alternatieven zijn voor de huidige vrijhandelsverdragen die voor iedereen veel eerlijker uitpakken.

De maatschappelijke organisaties waar de NAV mee samenwerkt vrezen vooral de gevolgen voor de voedselveiligheid en zijn bang dat de EU zijn standaarden zal gaan verlagen om de gevolgen voor de Europese boeren te beperken. Ze willen de EU-standaarden op zijn minst handhaven en misschien her en der wel verhogen. Zij zijn het daarbij wel met de NAV eens dat de boeren een eerlijke prijs voor hun producten moeten krijgen en dat aan importproducten ook dezelfde eisen moeten worden gesteld als die in de EU gelden. Omdat dit in de huidige vrijhandelsverdragen onmogelijk is, willen ze net als de NAV van de huidige verdragen af en op zijn minst dat landbouw en voedselproductie er buiten worden gehouden. Zo komen de NAV en onze boerenbondgenoten en maatschappelijke organisaties als Milieudefensie en Greenpeace via verschillende wegen tot dezelfde conclusie en kunnen we op het terrein van de vrijhandelsverdragen uitstekend samenwerken. En de afgelopen jaren hebben bewezen dat deze in eerste instantie niet voor de hand liggende samenwerking bij de politiek wel de gevolgen voor de voedselveiligheid en voedselzekerheid van het vrijhandelsbeleid op het netvlies heeft gebracht.

En nu verder

De Handel Anders! coalitie werkt aan een brief om de politiek te wijzen op de ingrijpende gevolgen van het EU-Mercosur verdrag en te vragen de aangenomen motie van Joël Voordewind van de CU uit te voeren om de gevolgen van dit verdrag voor de Europese landbouw in kaart te brengen. Ook zullen er met diverse politieke partijen hierover gesprekken plaatsvinden. Dit najaar spreekt de Tweede Kamer zich uit over de ratificatie van het CETA-verdrag. Ook daarop zullen diverse gerichte acties komen om het verdrag in de huidige vorm af te wijzen, omdat de maatschappelijke nadelen hiervan veel groter zijn dan de voordelen. Houd dus ook de site van de NAV in de gaten voor actuele informatie.