Sinds wij in ons ledenblad vorige maand pleitten voor een systeem-aanpak in het gewasbeschermingsbeleid waarbij niet steeds alleen wordt gekeken naar individuele middelen, blijkt dat meer partijen er zo over denken. Er is heel veel gezegd en geschreven over gewasbescherming in april. We proberen het hier voor u samen te vatten.

Belangrijkste was op 16 april de publicatie van de ‘Toekomstvisie gewasbescherming 2030’ van minister Schouten, opgesteld in samenspraak met veel stakeholders. Schouten wil naar geïntegreerde gewasbescherming met weerbare gewassen, samenhang tussen landbouw en natuur en minimale emissie en residuen van gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen als laatste mogelijkheid in de strijd tegen ziekten, plagen en onkruid dus, en indien nodig dan het liefst ‘groene’ middelen. Daarbij moet de teler een goed inkomen kunnen verwerven en moeten teelten mogelijk blijven. Niet veel op aan te merken en er zijn sterke overeenkomsten met het Actieplan Plantgezondheid van de Brancheorganisatie Akkerbouw. Eén opvallend aandachtspunt: nergens wordt gesproken over de noodzaak om ook voldoende, veilig voedsel te blijven produceren.
Ook op 16 april was er een hoorzitting in de Tweede Kamer, met verschillende bedrijven en organisaties die ook een zienswijze konden indienen. Deze vertoonden grote overeenkomsten: inzetten op systeembenadering (dus aandacht voor onderlinge samenhang van maatregelen), op snellere toelating groene/laag-risico middelen, zorgen dat in Europa nieuwe veredelingstechnieken worden toegelaten en je realiseren dat landbouw niet helemaal zonder chemische middelen kan. Dit laatste werd niet alleen door de boerenorganisaties gemeld, maar ook door o.a. Wageningen Universiteit en Research.

Diverse symposia
Op 15 april hield Foodlog het tweede symposium ‘Landbouw zonder chemie…hoe dan?’ met de NAV in twee paneldiscussies. De werkgroep Versnelling Toelating Groene Gewasbeschermingsmiddelen (VTGG), waar de NAV ook aan deelnam, presenteerde haar aanbevelingen. Belangrijkste aanbeveling is een kleine (dus makkelijk te realiseren) wijziging in het toelatingsproces: door tijdens het beoordelingsproces al na een eerste voorlopige beoordeling andere fasen van het proces uit te gaan voeren kan veel tijd worden gewonnen. Tijdens het symposium werd duidelijk, dat er wel erg makkelijk wordt gedacht, dat als de Nederlandse producten met minder gewasbeschermingsmiddelen worden geteeld, de consumenten daar dan graag een hogere prijs voor willen betalen. Was het maar zo makkelijk! Bovendien was er weinig oog voor mogelijke neveneffecten: immers, als men met machines mechanisch onkruid gaat wieden kost dat weer meer diesel wat de CO2-emissie verhoogt en is er meer kans op bodemverdichting. Dus hier zou men wat breder moeten kijken naar álle duurzaamheidsaspecten. Op de Agriduurzaamheidsdag (18 april) werd wel breder gekeken, maar ook hier bleef de discussie steken in de gedachte dat boeren ‘gewoon moeten veranderen’.
Ook in Brussel was er op 8 april een bijeenkomst over gewasbescherming. Opvallendste feiten hieruit: door meerdere partijen werd er sterk voor gepleit om in te zetten op meer kennisontwikkeling van hoe het nu écht moet, geïntegreerde gewasbescherming. Biologische middelen en maatregelen zijn niet zo maar een goede vervanger voor chemische middelen, het behoeft kennis van hoe alle factoren in het systeem in elkaar passen.

De schoonste landbouw is géén landbouw
Met alle discussies zou men haast vergeten dat de landbouw niet bestaat om de grond te beheren, maar om voedsel te produceren. Waar men van allerlei andere sectoren vervuiling ‘normaal’ vindt (bijv. het eigen autogebruik…), ligt de landbouw voortdurend onder vuur. Helma Lodders (Tweede Kamer) heeft terecht kritische vragen gesteld aan de minister over het enorme gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in huishoudens en tuinen (vlooien-, muggen- en mierenbestrijding), maar tot dergelijke zelfreflectie zijn burgers en organisaties als Greenpeace niet bereid. Natuurmonumenten (!) heeft nu besloten geen glyfosaat meer te gebruiken… waarbij wij ons afvragen waarom ze dat überhaupt deden, want onkruid is gewoon een plant op een verkeerde plek, en dat zou in de natuur toch geen rol moeten spelen!
Vaak worden ook halve waarheden gepresenteerd zoals in de aflevering van Zembla op donderdag 25 april ‘Bollengif in babyluiers’ waar onderzoek werd gepresenteerd dat in 20 % van alle woningen in Nederland gewasbeschermingsmiddelen worden aangetroffen in het huisstof. Terwijl de conclusie van het RIVM-onderzoek was dat er wel stoffen rondom bespoten percelen worden gevonden maar dat de concentraties vele malen lager liggen dan de goedgekeurde veiligheidsmarges.
Als men alle discussies volgt, krijgt men al gauw de indruk dat het gewoon onwil van boeren is om te stoppen met hun landbouwgif-verslaving. Dat niemand voor zijn plezier gewasbeschermingsmiddelen inzet wordt niet geloofd. De schoonste landbouw is géén landbouw maar dan is men overgeleverd aan importproducten waarop veel middelen die hier verboden zijn wel mogen worden toegepast.

Lichtpuntjes
Zijn er dan geen lichtpuntjes? Ja zeker wel! De visie van Schouten formuleert helder, dat ook van de zijde van de overheid stappen nodig zijn (mestbeleid, CRISPR-Cas). Schouten stelt ook duidelijk, dat de sector tijd moet krijgen om te veranderen. Bovendien heeft zij ook helder, dat chemische gewasbescherming nodig blijft en dat het achter de hand hebben van goede middelen ook helpt in de bereidheid van boeren om biologische middelen uit te proberen. En ook belangrijk: zowel Schouten als staatssecretaris Van Veldhoven hebben duidelijke plannen om herziening van de regelgeving binnen de EU over nieuwe veredelingstechnieken bovenaan de agenda van de nieuwe Europese Commissie te krijgen.
De NAV is betrokken bij de uitwerking van de toekomstvisie van LNV en zal daar alle punten inbrengen die het voor de boer écht mogelijk maken om aan de visie bij te dragen. Dit wordt vervolgd!