Ook de NAV heeft kennis genomen van het artikel in Trouw n.a.v. een wetenschappelijke publicatie dat de landbouw best zonder bijengif en fipronil kan. We hebben de wetenschappelijke publicatie er op nagelezen. We beperken ons hier even tot de kwestie ‘bijengif’. Wat als eerste opvalt, is dat het vooral gaat over bespuitingen waarvan de voor bijen schadelijke toepassingen in Europa al jaren zijn verboden. Zaadcoating van suikerbieten die niet bloeien in het veld en van andere gewassen die niet aantrekkelijk zijn voor bijen, zijn de enige nog toegelaten toepassingen van neonicotinoïden.  In Nederland wordt al jaren geïntegreerde gewasbescherming toegepast. Daarbij wordt sterk rekening gehouden met welke middelen de laagste milieu-impact hebben. Wat betreft neveneffecten op niet-doel organismen is een enkele toepassing van een specifiek middel, zoals bovengenoemde coating van bietenzaad, vaak beter dan meervoudige bespuitingen met andere middelen die minder specifiek zijn. En de suggestie in het artikel om dan de schade maar te verzekeren als boer gaat natuurlijk niet op: iedereen weet dat een schade die op voorhand is te voorspellen ofwel onverzekerbaar is ofwel met een hele hoge premie gepaard gaat.

De NAV streeft naar minimaliseren van het gebruik en emissie van chemische middelen. We hebben daarom samen met andere partijen in de akkerbouw het Actieplan Plantgezondheid opgesteld (zie ook http://www.nav.nl/2017/12/duurzame-akkerbouw-gewenst-sector-lanceert-actieplan/) . Uit de recente NAV-ledenpeiling blijkt bovendien, dat 93% van onze leden al op één of andere manier bezig is met het verminderen van gebruik en emissie van chemische middelen, bijvoorbeeld door precisielandbouw, gebruik van Beslissingsondersteunende Systemen, speciale spuitapparatuur of de inzet van groene middelen. Daarmee gaan we verder dan alleen het gebruik van insecticiden verminderen, maar tegelijkertijd verwachten we dat de overheid ook stappen zet wat betreft het toelaten van groene gewasbeschermingsmiddelen en moderne veredelingstechnieken.