De NAV heeft onderstaande zienswijze ingediend bij waterschap Noorderzijlvest als reactie op het ontwerpbesluit watervergunning Rietproef Lauwersmeer:

De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) geeft bij deze haar zienswijze op en bezwaren tegen het ontwerpbesluit in het kader van de Waterwet voor de Rietproef Lauwersmeer (aanvraagnummer Z/16/000954). Een aantal punten van bezwaar hebben wij al gegeven bij de zitting van het AB van waterschap Noorderzijlvest op 26 oktober j.l.. Voor de volledigheid herhalen wij deze hier kort. Daarnaast hebben wij nog een aantal nieuwe punten.

 

De argumenten voor ons bezwaar zijn:

  1. Schaderegeling. Bestuurlijk is door Natura-2000 en door Noorderzijlvest gesteld dat voorwaarde voor de proef is dat er een goede schaderegeling is voor omwonenden. Noorderzijlvest accepteert de schaderegeling zoals die is opgesteld door de Provincie Groningen en in het Onderzoeksrapport wat dient als onderbouwing van de vergunningsaanvraag wordt gesteld dat met de aanwezigheid van een schaderegeling bij de Provincie Groningen aan alle bestuurlijke randvoorwaarden is voldaan. Maar voorwaarde was een goede schaderegeling en de voorliggende schaderegeling geeft in de ogen van de NAV absoluut onvoldoende zekerheid aan door de peilverhoging getroffen boeren in de omgeving. Wij noemen daarbij de volgende punten:
  • Er wordt alleen gesproken over waardevermindering door de proef. Dit sluit de mogelijke opbrengstderving en dus inkomensvermindering bij boeren die door de hoge waterstand 2 weken later het land op kunnen uit. Dit is juist de meest waarschijnlijke directe schade die de getroffen boeren in het gebied zullen lijden.
  • Artikel 2a, 2b en 2d: hier lijkt zelfs te staan dat de boer zelf voorzorgsmaatregelen moet nemen:

2b) Indien hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade hadden kunnen leiden: Het is te zot dat boeren voorzorgsmaatregelen of een verzekering moeten nemen voor een proef van de provincie. Bovendien kan dit leiden tot oeverloze discussies of de boeren niet zelf wat hadden kunnen doen, zoals latere gewassen telen of andere grondbewerking, om minder last te hebben van het hoge waterpeil in het voorjaar.

  • Artikel 3. Indiening verzoek

Er wordt gesproken over een indieningstermijn van 6 maanden en eventueel langer.

De opbrengst van de late gewassen als consumptieaardappelen, uien, peen en suikerbieten is pas half oktober vast te stellen. De standaardtermijn zou dus verlengd moeten worden naar minimaal acht maanden (in lid 2).

  • Artikel 4. Het verzoek om schadevergoeding

Het verzoek wordt ondertekend en bevat tenminste:

  1. een nadere specificatie van het bedrag van de schade: garandeert de provincie dat de opgegeven opbrengstderving wordt overgenomen of komt daar een langdurige discussie over?
  • Artikel 5. Niet in behandeling nemen; afdoening zonder nader onderzoek

Tevens kunnen Gedeputeerde Staten een verzoek afdoen zonder nader onderzoek, indien het verzoek naar het oordeel van Gedeputeerde Staten:

  • kennelijk ongegrond is: dit geeft GS veel te veel ruimte om zonder verdere discussie verzoeken tot schadevergoeding af te wijzen! Als voorbeeld een later zaai/poot tijdstip: door de hogere waterstand zal een hoger grondwaterpeil ontstaan, waardoor het land langer nat blijft. Stel dat de boeren hierdoor 10 dagen later het land op kunnen om aardappels te poten, dit geeft opbrengstderving maar het is moeilijk aan te tonen hoe groot deze opbrengstderving is. Hoe wordt hiermee omgegaan?

De Provincie Groningen staat niet bekend om haar adequate afhandeling van gevolgschade, zoals blijkt uit de situatie bij de gaswinning. De NAV is ervan overtuigd dat vergelijkbare problemen zullen ontstaan bij de afhandeling van door getroffen boeren in het gebied gemelde inkomstenderving.

 

  1. Het onderzoeksrapport wat ten grondslag ligt aan de aanvraag: er zijn een aantal serieuze bezwaren tegen dit onderzoeksrapport, waarop de aanvraag is gebaseerd. En gezien het feit dat de akkerbouw in het rapport duidelijk wordt aangeduid als de grootse landgebruiker in het gebied (par. 3.2) vindt de NAV dat de bezwaren van boeren in de omgeving veel serieuzer moeten worden genomen. Onze bezwaren bij het onderzoeksrapport zijn:
  • 2.5.2 Evaluatie: in het onderzoeksrapport wordt gesproken van evaluatie in samenspraak met belanghebbenden: gezien het feit dat zowel Provincie Groningen, Natura-2000 beheerders als Noorderzijlvest helemaal geen blijk geven van oog voor de belangen van de boeren in de omgeving, vindt de NAV dat hier hardere afspraken noodzakelijk zijn, waarbij ook gegarandeerd wordt dat bij onoverkomelijke bezwaren bij belanghebbende omwonenden de peilverhoging geen standaard praktijk wordt.
  • 2.8: Afwegingskader: hierbij wordt de landbouw, toch de belangrijkste economische motor in het gebied, in het geheel niet genoemd!
  • 4.3.3 Maatregelen landbouw: er wordt duidelijk aangegeven dat gedurende de proef extra bemaling nodig is. Het is de NAV niet duidelijk dat deze aanbeveling is overgenomen door Noorderzijlvest.
  • Par. 4.6. Waterveiligheid: hier staat in het rapport: ‘In het beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer is vastgelegd dat de proefperiode loopt van 15 februari tot 15 april. Binnen deze periode van 8 weken zal gedurende 6 weken het peil worden verhoogd tot -0,52 m NAP. Uiterlijk 15 april zal het peil weer teruggebracht zijn op het niveau van voor de rietproef. Waterschap Noorderzijlvest heeft vooraf onderzocht of in deze periode deze verhoging verantwoord kan worden uitgevoerd. Dit onderzoek leert dat dit niet zomaar mogelijk is. Bij uitvoering van de proef en bij extreme weersituaties, blijkt de waterstand circa 20 tot 25 cm hoger te kunnen worden dan in de situatie zonder proef. Dit is een ongewenste situatie.’ Twee punten zijn hierbij belangrijk: ten eerste de harde toezegging dat uiterlijk 15 april het peil wordt terug gebracht, terwijl in de vergadering van 26 oktober van het AB van Noorderzijlvest werd gesuggereerd dat dit ook eind april zou kunnen zijn. Ten tweede dat het peil te hoog kan oplopen en de proef dus niet veilig is. De oplossing die daarvoor is bedacht is het beheerprotocol. Het rapport stelt:

‘Voorwaarden voor het kunnen uitvoeren van de proef:

  1. De som van alle scores samen in het beheerprotocol is lager dan 2;
  2. Het Beslissingsondersteunend Systeem (BOS) van het waterschap moet operationeel zijn

(i.e. geen storing in computers, software of communicatie lijnen);

  1. De door KNMI, RWS en Wetterskip Fryslân aangeleverde voorspellingen moeten tijdig en

volledig zijn.

Wanneer aan 1 van bovenstaande criteria niet wordt voldaan is het starten van de proef niet mogelijk. Ook zal dit leiden tot het onderbreken of afbreken van de proef.’ De NAV stelt hierbij, dat de huidige clusterbuien niet adequaat te voorspellen zijn. Daarmee wordt niet voldaan aan voorwaarde 3 en moet aan de conclusie dat de proef dan niet door kan gaan gehoor worden gegeven!

  • Analyse van het beheerplan door Arcadis, bijlage bij het onderzoeksrapport: Arcadis stelt duidelijk, dat de pieken door het gebruikte BOS weliswaar in de tijd goed worden voorspeld, maar dat er een systematische onderschatting van het waterpeil wordt voorspeld tijdens de piekperiode. Dit is essentieel voor het gebruik van dit BOS! Voor de gemiddelde Arcadis-medewerker zal dit inderdaad binnen de marge vallen, maar voor een akkerbouwer die met een 10-20 cm hoger dan voorspeld waterniveau wordt geconfronteerd kan dit een misoogst en dus grote verliezen betekenen!

 

  1. Onvoorspelbaarheid van clusterbuien: Met de huidige klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande clusterbuien houdt Noorderzijlvest helemaal geen rekening. Deze clusterbuien zijn niet goed te voorspellen en hebben de afgelopen twee jaar al grote schade aangebracht aan de landbouw omdat het betreffende waterschap niet goed was voorbereid of te laat in actie kwam. In 2015 betrof het diverse waterschappen in het rivierenland en Noord-Brabant, die bij de clusterbui in september niet snel genoeg zorgden voor afwatering. Hierdoor werd een groot aantal boeren in het westen van Noord-Brabant getroffen en mislukte een groot deel van de aardappeloogst. In 2016 betrof het waterschappen in het zuid-oosten van het land die te laat begonnen met bemalen na de clusterbui in juni. De heer Lies Struik, DB lid van waterschap Hollandse Delta, heeft op het NAV-jaarcongres gesteld, dat de waterschappen van elkaars fouten moeten leren en beter voorbereid moeten zijn op de klimaatverandering door o.a. het aanleggen van meer waterbergingen. Het is geheel met dat beleid in strijd dat Noorderzijlvest nu juist de waterbergingscapaciteit drastisch verkleint door in de natte voorjaarsperiode die functie van het Lauwersmeer sterk te beperken. Hierbij moet worden opgemerkt, dat het afsluiten van een brede weersverzekering door boeren niet de oplossing is, want boeren kunnen zich alleen verzekeren tegen water wat van boven komt, niet tegen schade door hoge grondwaterstand en/of overstroming. Zo kan een boer zelf niet in de bui zitten, maar wel getroffen worden door het hoge waterpeil. Ook al heeft hij wel een brede weersverzekering, zijn schade zal in dat geval niet gedekt zijn.

 

  1. Definitie van gebied wat beïnvloed wordt en schade kan ondervinden: Een peilverhoging in het Lauwersmeer geeft automatisch een peilverhoging op het Reitdiep tussen Zoutkamp en gemaal Elektra. Het Reitdiep valt niet onder het Natura 2000 gebied en zou daarom niet onder deze peilverhogingsproef mogen vallen. Het is niet duidelijk dat de schaderegeling ook geldt voor boeren in dit gebied.

 

  1. Verhoogd risico van vergaande problemen met plantenziekten: Er is een dringend advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om rekening te houden met besmetting van percelen rondom het Reitdiep met gevaarlijke plantenziekten zoals bruinrot, die een meerjarig teeltverbod op een bedrijf tot gevolg kunnen hebben (Zie Bijlage 1). Bovendien heeft PotatoPol aangegeven dat een bruinrot-besmetting vanuit het water door overstroming, ook voor het poten, niet onder de verzekering valt omdat dit een te voorzien risico is. De NAV vindt dat duidelijk moet zijn aan Noorderzijlvest en de Provincie Groningen dat een dergelijk risico ook onder de schaderegeling moet vallen.

 

  1. Het is onlogisch dat het waterschap de besluiten neemt en de provincie de schade moet betalen.

 

 

Samenvattend zijn onze bezwaren tegen de watervergunning Rietproef Lauwersmeer:

  1. De schaderegeling is absoluut onvoldoende, negeert de kwantitatieve en kwalitatieve schade aan de gewassen (inkomstenderving) en biedt oneindig ruimte aan de Provincie Groningen om schademeldingen zonder onderbouwing af te wijzen.
  2. De huidige clusterbuien zijn niet te voorspellen, waardoor niet aan de voorwaarden in het Onderzoeksrapport en voor het beheerplan wordt voldaan. Bovendien druist de proef rechtstreeks in tegen het beleid van waterschappen om béter voorbereid te zijn op klimaatverandering door aanleggen van méér waterbergingsmogelijkheden.
  3. Ook de NVWA ziet risico’s voor boeren in de wijde omgeving bij verhoging van het waterpeil waardoor plantenziekten vanuit het water de omliggende percelen besmetten.
  4. De belangen van de boeren in de omgeving worden stelselmatig genegeerd. Daarmee wordt in onze ogen ook de toon gezet voor een eventuele evaluatie van de rietproef. Gezien de belangrijke economische rol van de landbouw zouden Provincie en Noorderzijlvest de belangen van boeren in het gebied juist zwaar moeten laten wegen.

 

Tenslotte: de Rietproef dient om te onderzoeken of een definitieve peilverhoging in de maanden februari – april mogelijk is. De NAV is van mening dat het weinig zin heeft om dit te onderzoeken omdat de klimaatverandering steeds vaker roet in het eten zal gooien.

 

De NAV verzoekt om een hoorzitting om onze zienswijze toe te lichten. Tevens vraagt de NAV bevestiging van een opschortende werking van deze zienswijze, zodat niet voordat er een besluit is genomen over ons bezwaren de rietproef wordt gestart. Indien hieraan niet wordt voldaan zal de NAV bij de rechter een voorlopige voorziening aanvragen.