Op 17 februari hield de NAV in Swifterbant haar jaarcongres met als thema ‘Klimaatverandering: kansen en uitdagingen voor de akkerbouw’. Na een korte introductie door NAV-voorzitter Teun de Jong werd door discussieleider en voorzitter van de NAV-werkgroep Klimaat Klaas Hoekstra gepeild waar de aanwezigen in de zaal aan dachten bij het thema. Men zag de landbouw als een oorzaak van klimaatverandering door kunstmestproductie en veeteelt, voorzag problemen met wateroverlast en droogte, maar men zag ook kansen op hogere productie en nieuwe verdienmodellen.
De eerste spreker, Pier Vellinga, voorzitter van Urgenda en tot voor kort werkzaam bij de WUR, wees erop dat de machtsverhoudingen veranderen door het klimaatakkoord van Parijs (COP21), waarbij de macht van de olie-industrie afneemt. Alternatieve energie wordt goedkoper door verbetering van het rendement. De landbouw is voor ongeveer 20% verantwoordelijk voor de CO2 uitstoot, vooral de veeteelt. Vellinga pleitte voor meer organische stof in de bodem waardoor de oxidatie afneemt en voor een verschuiving van de consumptie van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit.
Lies Struik van Waterschap Hollandse Delta liet zien dat bemaling bij hevige regenval te langzaam gaat voor de akkerbouw. Uit een evaluatie van afgelopen jaar heeft zijn waterschap geconcludeerd dat zij moeten anticiperen op de weerberichten, de peilmetingen moeten verbeteren en dat automatiseren van de stuwen kan helpen evenals de inzet van noodpompen. Hij riep de boeren op zelf te zorgen voor goede drainage en grondbewerking en zich te verzekeren. En het waterschap zou graag met boeren samen kijken naar de mogelijkheden van waterberging.
Cees Jan Vogelaar van HarvestaGG liet zien dat de teelt van gras producten kan opleveren als bio-LNG en pellets voor bemesting en tegelijkertijd het organische stof gehalte in de grond kan verhogen en de aaltjesdruk verlagen. Voor verschillende gronden is het saldo van de grasteelt vergelijkbaar met of net iets hoger dan van graanteelten.
Gert de Raaff van COSUN vertelde dat de focus bij COSUN ligt op nieuwe producten, niet op winnen van energie als bio-ethanol. Als agrarische grondstoffen kunnen bestaande gewassen of reststromen worden gebruikt. Eén van de concrete producten waar COSUN mee bezig is, is een microvezel uit pulp van bieten of cichorei om mengsels van vloeistoffen beter in oplossing te houden. Hiervoor ziet COSUN al in 2017 praktische toepassingen, waardoor de verwaarding van bietenpulp zal toenemen.
Tenslotte liet Frank Wijnands van PPO-AGV zien hoe je als akkerbouwer de ‘CO2 footprint’ (het totaal aan emissie) kunt verlagen. Zo zijn er mogelijkheden als energiebesparing en gebruik van zonne-energie in de bewaring. Bij bewerking is vooral het dieselgebruik lastig te beïnvloeden, maar GPS en precisielandbouw bieden mogelijkheden evenals het combineren van bewerkingen. Bemesting en bodembeheer moeten gericht zijn op verhoging van het organische stofgehalte om emissie te beperken.
Al met al gaven de sprekers een goed beeld van de mogelijkheden en kansen voor akkerbouwers en ontstond er nog een levendige discussie in de goed gevulde zaal. De werkgroep Klimaat gaat er mee verder. Alle presentaties zijn terug te vinden op via onderstaande links.

1-Presentatie NAV bestuur voor NAV-jaarcongres 2016

2-Presentatie Pier Vellinga NAV-jaarcongres 2016- Gevolgen klimaatafspraken Parijs voor de akkerbouw

3-Presentatie Lies Struik NAV-jaarcongres 2016-Wateroverlast

4-Presentatie Jan Cees Vogelaar NAV-jaarcongres 2016-HarvestaGG Green Goods

5-Presentatie Gert de Raaff NAV-jaarcongres 2016- Cosun New Business

6-Presentatie Frank Wijnands NAV-jaarcongres 2016-Klimaatneutrale akkerbouw