Op dit moment pleiten LTO en de veehouderijvakbonden wederom voor uitstel van de uitrijtermijn voor drijfmest. Een typisch voorbeeld van ad hoc beleid, vooral ingegeven door de overspannen mestmarkt zonder dat er echt sprake is van een calamiteit in de afzetmogelijkheden.

Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen, waar zowel de veehouderij als de akkerbouw uiteindelijk niets mee opschieten en wat de risico’s op meer onbenutte mineralen juist vergroot. Daar komt nog bij dat de nitraatproblematiek in ZO Nederland nog steeds niet is opgelost waardoor de gewasnormen voor stikstof in de akkerbouw juist zijn verlaagd met 20%.

Ruimte
Er is in Nederland best ruimte voor meer afzetmogelijkheden van mest, maar dan moeten de emissies naar grond- en oppervlaktewater juist eerder nog afnemen dan toenemen, terwijl met een verlenging van de uitrijtermijn van drijfmest het omgekeerde gebeurt. Met de aanvraag van equivalente maatregelen (alternatieve maatregelen om de milieunorm te halen) heeft de NAV samen met LTO Vakgroep Akkerbouw in het voorjaar al gepleit voor extra stikstof of fosfaat op bedrijfsniveau, als het milieu daarmee niet extra belast wordt. Dit is precies wat binnen de huidige mestwetgeving mogelijk is. Er zijn drie mogelijkheden op bedrijfsniveau om hiervoor in aanmerking te komen. In de eerste plaats moeten hogere opbrengsten dan gemiddeld zowel op het zand als de klei door de extra onttrekking van mineralen ook extra aanvoermogelijkheden bieden voor stikstof en fosfaat (zie bijgaand pdf-bestand Equivalente maatregelen-tabellen). Voorwaarde is om juist niet meer dan 100kg stikstof per ha aan te voeren uit drijfmest en dit alleen voor 1 juli. Als tweede mogelijkheid is gekozen voor extra stikstofgebruik, indien men met de eerste mogelijkheid niet uitkomt, om dan juist af te zien van drijfmest op bedrijfsniveau in ruil voor het gebruik van mineraalconcentraten en/of kunstmest. Bij snel werkende mineraalsoorten is er minder kans op uitspoeling. Deze optie is misschien interessant voor bedrijven in ZO Nederland, die al met een extra korting geconfronteerd worden. Tot slot is er nog de mogelijkheid om via rijenbemesting extra aanvoermogelijkheden te creëren, omdat er ook hierbij minder risico is op mineraalverliezen naar het milieu.

Equivalente maatregelen enige oplossing
De NAV vindt het vreemd dat nu ook LTO Vakgroep Akkerbouw zich schaart achter een verruiming van de uitrijmogelijkheid, terwijl dit eigenlijk haaks staat op ons gezamenlijk verzoek om equivalente maatregelen in te laten voeren met juist een beperking van de drijfmestgift. De meeste akkerbouwers hebben hun huidige fosfaat- of stikstofquotum al vol en daar helpt een verruimde uitrijperiode niet voor. De enige oplossing voor meer afzetmogelijkheden voor de mestmarkt is de invoering van de equivalente maatregelen in de akkerbouw. Deze maatregelen hadden al lang ingevoerd moeten zijn, maar het Ministerie blijft maar dralen. Een gezamenlijke inspanning van de veehouderij en akkerbouw zou op deze manier veel vruchtbaarder zijn voor bodem, mestmarkt en milieu dan een jaarlijks pleidooi voor verruiming van de uitrijtermijn voor drijfmest.

NAV, 5 september 2015