De Europese regeringsleiders hebben in 1999 in Berlijn besloten om het platteland van Europa te versterken. De Nederlandse uitwerking hiervan is het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). Met het nieuwe GLB komt er ook een nieuwe POP. De NAV is absoluut niet tevreden met de voorstellen voor het nieuwe POP3.

Binnen het POP is ruimte voor de lidstaten om, binnen de Europese kaders, een eigen invulling te geven aan het plattelandsbeleid. In principe worden er alleen Europese subsidies uitgekeerd als Nederland zelf ook meefinanciert. De Europese Unie heeft voor de periode tot 2014 zes prioriteiten vastgesteld voor het plattelandsbeleid, namelijk kennisverspreiding en innovatie, concurrentiekrachtversterking, ketenorganisatie en risicobeheer, behoud en versterken van ecosystemen, behoud van natuurlijke hulpbronnen en economische ontwikkeling van het platteland. De Europese Commissie heeft aangegeven dat in Nederland innovatie en duurzaamheid van een toekomstgerichte landbouw het belangrijkst zijn. Medio maart is een concept POP3 (in werking vanaf 2015) gepubliceerd, opgesteld door de twaalf provincies en het Ministerie van Economische Zaken. De NAV en andere stakeholders kunnen hierop tot 9 april reageren.

Duurzaamheid
De focus op innovatie en duurzaamheid kan de NAV in principe ondersteunen. Echter de invulling is nogal eenzijdig, weinig stimulerend en het faalrisico daardoor groot.
Het concept POP3 staat bol van zinsneden als:
• Er is behoefte aan voorlichting aan boeren over hoe zij via aanpassingen in de bedrijfsvoering kunnen bijdragen aan een verdere verbetering van de kwaliteit van het watersysteem;
• Er is behoefte aan kennisdoorstroming over duurzaam bodembeheer;
• Een reductie van de emissie van nutriënten en bestrijdingsmiddelen en zo een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Concept POP3 is volgens de NAV eenzijdig gefocust op maatschappelijke duurzaamheid en gaat volledig voorbij aan economische duurzaamheid. De opstellers lijken niet in de gaten te hebben dat het creëren van een win-win situatie eerder en meer effect kan hebben dan ‘winst’ voor slechts één belang. Een strategie die leidt tot ‘winst’ voor bijvoorbeeld de kwaliteit van het oppervlaktewater in combinatie met ‘winst’ voor de boer is stimulerender en vruchtbaarder. Bij ‘winst’ voor de boer kan worden gedacht aan lagere kosten, hogere opbrengstprijs, meer waardering en meer plezier in het werk.

Betere verwaarding
De huidige kostenreductiestrategie in de landbouw moet volgens de samenstellers van POP3 verschuiven naar een meerwaardestrategie. Daar is veel voor te zeggen. Echter het concept POP3 levert daaraan geen bijdrage. Het verbeteren van de positie van de primaire producenten in de keten wordt simpel (dat doen anderen) afgeserveerd terwijl al jaren blijkt dat faire opbrengstprijzen voor primaire producenten een groot knelpunt is. Niche markten worden in POP3 nog wel genoemd, maar aan de mainstream markt (ca. 95%) wordt volledig voorbij gegaan. Een betere verwaarding van maatschappelijke en duurzaamheidaspecten van het agrarische productie- en verwerkingsproces in de keten blijft daardoor theorie. De NAV doet een ultieme poging POP3 bij te sturen.

NAV, 5 april 2014