Eind vorig jaar zijn de EU en de VS begonnen met de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag. Het verdrag wordt TTIP genoemd, wat staat voor Trans-Atlantisch Handels- en Investerings Partnerschap. Dit verdrag ondermijnt alle bescherming op het gebied van milieu, gezondheid en rechten van burgers op publieke goederen. Het beperkt de wetgevende macht van regeringen, als beschermende maatregelen de winsten van bedrijven beperken. De kwaliteit van voedsel en voedselproductie en positie van boeren in de EU en de VS dreigen te worden overgeleverd aan de economische belangen van multinationals. 

De handelsbelemmeringen tussen de EU en de VS in de vorm van tarieven zijn laag: 5,2% voor de invoer in de VS en 3,5% voor de invoer in de EU. In de landbouw en voedingssector gelden voor sommige producten wel hogere tarieven, voor bevroren vlees bijvoorbeeld 200%. Aangezien de handelstarieven eigenlijk geen echt obstakel zijn voor de handel tussen de EU en de VS gaan de gesprekken over het minimaliseren van verschillen in regelgeving, de zogenaamde non-tarifaire belemmeringen (NTB) ook wel ‘handelsergernissen’ genoemd. Dat zijn de wettelijke regelingen die publieke goederen zoals ons milieu, onze gezondheid en de rechten van burgers beschermen en de kwaliteit van ons leven bepalen. Deze regels zijn in de EU strenger dan in de VS. Bijvoorbeeld in Europa zijn hormonen in vlees en melk verboden evenals residuen van bestrijdingsmiddelen die hier niet zijn toegestaan. En genetisch gemodificeerde producten (GMO’s) in consumentenproducten moeten vermeld worden op het etiket. Aan de andere kant hanteren de VS fytosanitaire beperkingen en erkennen zij ons kwekersrecht niet. Daarmee worden Europese aardappelrassen buiten de deur gehouden.

Verder is de bewijslast omgekeerd. In de EU stelt de regelgeving dat je moet aantonen dat de ingreep in het productieproces de veiligheid van het voedsel niet aantast. In de VS moet de overheid om een beperking of veiligheidseisen te kunnen stellen, wetenschappelijk bewijs hebben dat het bewerkte voedsel niet veilig is.

Afbraak bescherming
Het idee om de regelgeving te harmoniseren wordt gebruikt om de bescherming af te breken. Niet alleen de inhoud van het verdrag draagt grote risico’s in zich. In de procedure tot totstandkoming van het verdrag trekken de grote bedrijven alle macht al naar zich toe. Er is een Regulatory Cooperation Council (Regelgevende Samenwerkings Raad) in de maak. Dit orgaan moet het mogelijk maken dat de regelgevers van de VS en de EU in een vroeg stadium kunnen ingrijpen in elkaars regelgevingsprocessen. De grote bedrijven hebben bevoorrechte toegang in deze onderhandelingen over regelgeving. Vaak zijn het hun juristen die de teksten voorbereiden en aanreiken. Het betekent dat ze aan tafel zitten om regels die ons dagelijks leven gaan bepalen, vorm te geven. Er komt geen democratisch proces aan te pas.

Verdrag van tafel
Niet alleen de inhoud van het vrijhandelsverdrag, maar ook het proces is zorgwekkend. De Europese boerenbeweging Via Campesina is, samen met haar bondgenoten in andere sectoren, actief om het publiek bewust te maken van de impact van dit verdrag. Dit wordt inzet bij de verkiezingen van het Europees Parlement. Het verdrag moet volgens Via Campesina van tafel om de boeren en burgerrechten in Europa te kunnen blijven waarborgen.

Omdat er publieke tegenstand verwacht wordt, is de EU ondertussen ook met Mercosur (Mercado Común del Sur, Gemeenschappelijke Zuidelijke Markt: Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela) aan het onderhandelen over een vrijhandelsverdrag om de handelstoevoer van grondstoffen en vlees uit in het bijzonder Brazilië veilig te stellen. Ook dit verdrag staat volgens Via Campesina haaks op de belangen van boer en burger.

NAV, 1 februari 2014