Een groot aantal partijen in de Nederlandse akkerbouwsector heeft de Minister van Economische Zaken per brief verzocht om de oprichting te ondersteunen van een Branche organisatie voor de akkerbouw. Het opheffen van het Productschap Akkerbouw heeft nadelige gevolgen voor een aantal op de teelt, handel en verwerking van akkerbouwgewassen gerichte collectieve activiteiten. Het oprichten van een branche organisatie is noodzakelijk om die gevolgen op te vangen.

In de besluiten tot herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is de oprichting van onder andere een brancheorganisatie mogelijk gemaakt. De bij de akkerbouwsector betrokken partijen zouden graag een dergelijke organisatie inrichten. Die organisatie zal zich binnen de werkingssfeer van de totale akkerbouwketen richten op sectoroverschrijdende onderwerpen en daarmee de Producenten organisatie en andere private initiatieven aanvullen.

De bedrijven en organisaties willen dat de brancheorganisatie zich bezig houdt met sectoroverschrijdende onderwerpen. Het is een aanvulling op de Producentenorganisatie voor de Akkerbouw, waar de telersorganisaties LTO, NAV en NAJK aan werken. De brief is ondertekend door een groot aantal organisaties die nu zitting hebben in het Productschap Akkerbouw, zoals LTO, NAV, Vavi, NAO, Plantum en het Comité van Graanhandelaren. Ook bedrijven als Cosun, Avebe, Agrifirm en CZAV hebben hun handtekening gezet.

Uitgangspunt bij het oprichten van de branche organisatie is dat er geen hiaten mogen ontstaan bij de collectieve activiteiten op het gebied van teelt, handel en verwerking van akkerbouwgewassen door het opheffen van het Productschap Akkerbouw. Daarvoor zijn die activiteiten te belangrijk voor het behoud van de positie van de agrarische sector van ons land als kwalitatief betrouwbare handelspartner en voor de ontwikkeling van de sector in de richting van verdere verduurzaming.

NAV, 25 oktober 2013