Het NAV-bestuur sprak eind mei met Europarlementariër Esther de Lange, lid van de landbouwcommissie van het Europarlement. De NAV trof bij deze CDA-politica een gewillig oor. Tijdens het gesprek zijn de toeslagrechten, de vergroening, marktordening, het mededingingsbeleid en het suikerbeleid aan de orde geweest.

De toeslagrechten dienen volgens Esther de Lange volledig ontkoppeld te worden. Indien echter bepaalde lidstaten gaan herkoppelen zoals bij zetmeelaardappelen of vlas, moet dit in de hele EU. Anders zou het gelijke speelveld teveel worden aangetast. De situatie zoals die nu met vlas in Nederland is ontstaan ten opzichte van België en Frankrijk, is onwenselijk. Een geleidelijke afbouw van het historische model naar een flatrate is volgens haar noodzakelijk om de bedrijfsvoering de tijd te geven zich aan te kunnen passen.

Basis en vergroening scheiden
Ten aanzien van de vergroening is De Lange, evenals de NAV, voorstander van een volledige scheiding tussen de vergroeningspremie van 30% en de basispremie in het GLB na 2013. Wat de vergroening betreft is ze voorstander van een keuzemenu, waarbij dit menu moet voldoen aan een gezamenlijke Europese doelstelling. Hierbij valt te denken aan stimulering biodiversiteit, efficiënter omgaan met grondstoffen als energie, water, bestrijdingsmiddelen en kunstmest en dierwelzijn. Het zouden maatregelen moeten zijn die verder gaan dan het reguliere gebruik om de premie ook echt inhoud te geven. Ze vindt tevens dat de vergroeningspremie ook naar de consument toe een goed verhaal is als licence to produce. Bestaande landschapselementen, zoals sloten en taluds, dienen meegenomen te worden voor het percentage van ecologisch natuurbeheer. Volgens De Lange ontkomen we niet aan een zeker percentage van ecologisch beheer. Het keuzemenu dient niet concurrentieverstorend te zijn en goed controleerbaar. Hierover maakt ze zich echter wel zorgen.

Marktordening
De marktordening onderscheidt zich volgens De Lange in een standaardstructuur zoals de huidige importheffingen en suikerquotering en maatregelen voor crisismanagement. Bij crisismanagement kun je denken aan extreem lage prijzen, zoals de zuivel twee jaar terug en de Ehec-crisis. Het plan van variabele bijmenging van graan voor biobrandstof zou ook een goede maatregel kunnen zijn. Ze merkt echter op dat dit vooral een Nederlandse discussie lijkt te zijn.

Ruimte mededinging benutten
Het mededingingsbeleid biedt, volgens De Lange, misschien meer perspectief als Nederland de regels iets ruimer zou interpreteren zoals België en Frankrijk dat tijdens de zuivelcrisis van twee jaar geleden hebben toegepast. Tijdens die crisis hebben supermarkten, verwerkers en producenten zodanige afspraken gemaakt dat de melkprijs niet verder kon zakken. De bodem die in die landen in de markt is gelegd zorgde ervoor dat het prijsdal niet zo diep is geweest als bij ons. Daarnaast zouden er ook afspraken gemaakt kunnen worden dat duurzaam geproduceerde producten niet beneden de kostprijs in de winkel mogen worden gelegd.

Suikerbeleid voortzetten
Over het suikerbeleid was De Lange heel kort. Zij vindt, evenals de NAV, dat het huidige suikerbeleid tot 2020 voortgezet moet worden inclusief het huidige quoteringsbeleid. De recente hervormingen van 2005 zijn nog maar net in volle omvang uitgevoerd en de duurzaamheidseisen die afnemers steeds meer gaan stellen, dienen plaats te vinden op een manier waarin de sector de kans krijgt om deze in een stabiele markt te realiseren. Ze ziet ook geen enkele reden dat het Europees Parlement dit niet zou overnemen.

NAV, 2 juni 2012