Het voortzetten en verbeteren van het huidige EU-suikersysteem biedt de beste garanties voor stabiele suikerprijzen voor zowel consument als producent. Dat stelt de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) in reactie op uitgelekte plannen deze week van Europees Landbouwcommissaris Dacian Ciolos. De huidige quotering van de EU-suikerproductie heeft volgens de NAV jarenlang bewezen dat Europese suikertelers het quotum netjes vol telen en de prijzen stabiel bleven.

Landbouwcommissaris Ciolos wil na 2016 de EU-suikerquotering afschaffen om vrijere concurrentie mogelijk te maken. Waar dit liberale systeem toe kan leiden, kunnen we volgens de akkerbouwvakbond heel goed zien op de wereldmarkt. ‘De prijzen daar fluctueren al jaren heel sterk’, aldus NAV-bestuurslid Klaas Hoekstra. ‘Dat er op dit moment in de EU een krapte aan suiker is en de suikerprijzen ook in de EU uitzonderlijk hoog zijn, komt doordat de suikerproductie in de EU veel lager is dan de vraag. In 2005 is in EU-verband hiertoe besloten om de suikerproducerende armste landen met een gegarandeerde hoeveelheid vrij toegang te geven tot de EU. Het huidige EU-suikersysteem kent één zwakte en dat is dat de landen die een voorkeursrecht hebben om zonder EU-invoerheffing naar de EU te mogen exporteren, wel een leveringsrecht hebben, maar geen leveringsplicht. Als de wereldmarkt een hogere prijs biedt dan de Europese markt, wat afgelopen jaar het geval was, dan gaat die suiker niet naar de Europese markt. Hierdoor is er nu in de EU een krapte ontstaan’, aldus Hoekstra.

In het voorkeursrecht voor de armste landen is wel een leveringsrecht maar geen leveringsplicht opgenomen. ‘Deze tekortkoming in de handelsafspraken tussen de armste landen en de EU, heeft ertoe geleid dat de suikergebruikers in de EU voor de korte-termijn-contracten geconfronteerd worden met de hoge suikerprijzen op de wereldmarkt’, aldus Hoekstra. Om hieraan het hoofd te bieden stelt de NAV voor òf aan het voorkeursrecht voor de armste landen een leverplicht te koppelen, òf het Europese bietenquotum te vergroten.

Nadat in 2005 het Europese suikersysteem al drastisch op de schop is gegaan, hebben Europese bietentelers een prijsverlaging van ca. 40% voor de kiezen gekregen. Bovendien hebben ze hun productie verplicht ingekrompen met ca. 30 % om de armste landen meer ruimte op de Europese suikermarkt te bieden. Daarnaast is ook het dumpen van EU-suikeroverschotten stopgezet.

De huidige krapte op de suikermarkt is volgens de NAV helemaal niet de ‘schuld’ van bietentelers en suikerindustrie, maar van onvolmaakte afspraken tussen de EU en de armste landen en het feit dat de Europese Commissie nog geen adequate maatregelen heeft getroffen om de suikerproductie in de EU veilig te stellen.

Het afschaffen van het suikerquoteringssysteem zoals Ciolos wil en waar ook de vereniging voor Bakkerij en Zoetwarenindustrie voor pleit, leidt volgens Hoekstra tot meer onzekerheid. ‘De suikerprijzen in de EU zullen sterk gaan fluctueren en in een aantal landen zullen telers afhaken om bieten te telen. Het is zeer twijfelachtig of de ‘sterkere’ bietenlanden hun productie zullen uitbreiden. Uitbreiding is een zeer kapitaalintensieve aangelegenheid als er nieuwe fabrieken moeten worden gebouwd en bij sterk fluctuerende prijzen zal daar geen bereidheid toe zijn. In Nederland zal bij een verdere verlaging van het suikersaldo richting graansaldo de bereidheid om suikerbieten te telen verder gaan afnemen.

Als de suikerquotering na 2016 zou worden afgeschaft en vermindering van de bietenproductie in de EU plaatsvindt zoals na de suikerhervorming van 2005, dan zullen frisdrankenindustrie, ijsfabrikanten, bakkerijen en zoetwarenindustrie en andere suikergebruikers uiteindelijk worden overgeleverd aan de Braziliaanse suikerindustrie. Zij domineren nu de wereldmarkt voor meer dan 50% en hebben nog een ander alternatief. Zij kunnen namelijk de knop zo omgooien naar de productie van bioethanol. Volgens Hoekstra zou de vereniging voor de Bakkerij en Zoetwarenindustrie en andere suikergebruikers nog eens goed moeten nadenken of liberalisering van de suikermarkt met daaraan gekoppeld sterke prijsschommelingen en grote afhankelijkheid van de grillen van de Braziliaanse ‘suikermaffia’ beter is dan een EU-suikerbeleid met stabiele prijzen en leveringszekerheid en suiker inkopen bij de Europese ‘suikermaffia’.

NAV, 9 september 2011