Donkere wolken pakken zich weer samen boven de zetmeelaardappelteelt voor de komende jaren. In eendrachtige samenwerking zullen akkerbouwers en zetmeelindustrie alle zeilen bij moeten zetten om een renderende teelt te bereiken. Maar er is meer nodig meent de NAV. Het EU-beleid moet echt een andere kant op.

Het eerste probleem in het zetmeelaardappelgebied is de forse inperking van de interventie voor granen per 1 juli 2010. Omdat ook uit tarwe en maïs zetmeel gewonnen wordt, zit er in de markt een verband tussen de graan en zetmeelaardappelprijs. In een belangrijk deel van de markt kan aardappelzetmeel zich onderscheiden van het concurrerende zetmeel. Echter bij het pure zetmeel geldt in hoge mate de laagste prijs. De aardappelzetmeelindustrie zal zich volgens de NAV dus meer moeten richten op de beter betalende markten en een stukje productie moeten inkrimpen. Verliesgevende productie of voor het pakhuis produceren is natuurlijk geen renderende optie.

€ 800 lager saldo compenseren
Naast de afbraak van de interventie wordt vanaf oogstjaar 2012 de nu nog heersende productgebonden toeslag aan aardappelzetmeel van € 18 per ton aardappelen overgeheveld naar de bedrijfstoeslag. Het geld wordt dan wel via de bedrijfstoeslag uitgekeerd, maar er hoeven geen zetmeelaardappelen voor geleverd te worden. Het ‘saldo’ van zetmeelaardappelen daalt daardoor in feite met € 800 per ha. De aardappelzetmeelindustrie zal dus met hogere uitbetalingsprijzen het ‘saldoverlies’ moeten compenseren om de concurrentie met andere teelten aan te kunnen. Uitgangspunt moet volgens de NAV zijn dat deze industrie in Noordoost Nederland gevestigd blijft. De industrie zal middels verdere optimalisatie en bezuinigingen de kosten verder moeten drukken. Tegelijk zal Avebe gemiddeld betere prijzen voor zetmeel moeten maken (circa € 80 meer per ton zetmeel) en andere aardappelbestanddelen, waaronder eiwit, tot waarde moeten brengen. Volop werk aan de winkel voor Avebe dat deze lijnen voor de toekomst al heeft uitgezet. Avebe is bezig met een bedrijfsbezuinigingsoperatie en neemt ook maatregelen voor inkrimping van de zetmeelaardappelteelt.

Graanmarkt stabiliseren
Ook de telers kunnen niet zonder de aardappelzetmeelteelt. Ze zullen de lijn van opbrengstverhoging en kostenbeheersing moeten doorzetten, waarbij de inperking van het leveringsrecht per aandeel natuurlijk een lichte krimp in het areaal betekent! Als NAV zetten we natuurlijk in om de schok in het landbouwbeleid te dempen. Dat enkele CDA-ers nu pleiten voor een ‘zachte landing’ van de ontkoppeling van de productgebonden toeslag, ondersteunt de NAV van harte. Maar voor de toekomst moet het EU-landbouwbeleid echt een andere kant op, waarbij de sleutel ligt in stabilisatie van de graanmarkt. We moeten in de EU nieuwe instrumenten ontwikkelen om de verwachte pieken en dalen op te vangen. De instrumenten die de NAV daarbij voorstaat zijn handhaving van het importtarief, stabilisatie door (flexibele) bijmenging van graanethanol in de brandstof, en aanbodmanagement middels stimulatie van plantaardige eiwitteelt, energieteelt, akkerrandenbeheer en als noodmaatregel flexibele braak.

Voordelige ‘footprint’
De NAV wenst onderzoek naar nieuwe eiwitteelten en afzet binnen Nederland en de EU. Doel hierbij is om de huidige import van 80% in de EU van plantaardig eiwit (voornamelijk soja) te vervangen door de teelt van peulvruchten, lupinen en de reststoffen raapschroot (uit koolzaad voor biodiesel) en DDGS (uit tarwe voor ethanol). Maar ook hiervoor geldt dat de Europese politiek ‘om ‘ moet. Om deze teelten van de grond te krijgen moet, na afstemming in WTO-verband, de EU net als vroeger weer een vorm van invoerheffing op eiwit hanteren. De voordelen zijn duidelijk: Europa kan gegarandeerd GMO-vrije eiwitten leveren zonder kap van regenwouden en gesleep over de wereld. Kortom op een duurzame wijze tegen een heel voordelige CO2 ‘footprint’.  Door via het EU-beleid de teelt van eiwitgewassen te bevorderen, kan de nationale en Europese overheid de krimp van het areaal zetmeelaardappelen helpen opvangen en kan men tevens veehouderij, akkerbouw en milieu vooruit helpen.

NAV, 8 maart 2010